maandag 13 april 2015

Er is sprake van binnenrijm als woorden rijmen binnen een versregel. Beginrijm, zoals alliteratie en assonantie, gelden ook als binnenrijm.

Bijvoorbeeld:

A.         (1) Zonder mij uit tot dit
           
(2) uitzonderlijk wonderlijk wit
           
(3) van oogappels en van huid
           
(4) zonder mij zonder mij uit.

                    
(dit voorbeeld komt uit de literatuur: auteur Hans Andreus)

B.         (1) Ik ben zo blij
            (2) want ik ben vrij
            (3) en niemand trekt er meer aan mij.
            (4) Dag meneer de koekenpeer,
           
(5) ik heb geen touwtjes meer.

                    (songtekst: Disneys Pinokkio – Ik zit niet aan de touwtjes vast)



Voor vergelijkbare rijmsoorten, zie ook