Er is sprake van binnenrijm als
woorden rijmen binnen een versregel. Beginrijm, zoals alliteratie en
assonantie, gelden ook als binnenrijm.
Bijvoorbeeld:
A. (1)
Zonder mij uit tot dit
(2) uitzonderlijk wonderlijk wit
(3) van oogappels en van huid
(4) zonder mij zonder mij uit.
(2) uitzonderlijk wonderlijk wit
(3) van oogappels en van huid
(4) zonder mij zonder mij uit.
(dit voorbeeld komt uit de literatuur: auteur Hans Andreus)
B. (1) Ik ben zo blij
(2) want ik ben vrij
(3) en niemand trekt er meer aan mij.
(4) Dag meneer de koekenpeer,
(5) ik heb geen touwtjes meer.
(songtekst:
Disneys Pinokkio – Ik zit niet aan de
touwtjes vast)
Voor vergelijkbare rijmsoorten, zie ook
Voor vergelijkbare rijmsoorten, zie ook
http://eindrijmversie2.blogspot.nl/
http://middenrijmversie2.blogspot.nl/
http://voorrijmversie2.blogspot.nl/
http://middenrijmversie2.blogspot.nl/
http://voorrijmversie2.blogspot.nl/
Geen opmerkingen:
Een reactie posten